Allen die zich in Nederland bevinden , worden in gelijke gevallen gelijk behandeld

Nood aan een ondubbelzinnig drugbeleid

Alle drugs – en daarmee bedoelen we alle psychoactieve stoffen, waartoe ook alcohol en nicotine behoren- kunnen nooit beschouwd worden als normale gebruiksmiddelen. Het gebruik van deze stoffen kan immers leiden tot schadelijke en zelfs gevaarlijke neveneffecten voor derden. Denken we maar aan het gevaar gecreëerd door het rijden onder invloed van alcohol of drugs. Daarom is het aanvaardbaar dat de overheid het gebruik van deze stoffen ontmoedigd door het heffen van accijnzen.

Bij de vraag naar de beteugeling van het gebruik van psychoactieve stoffen en naar welke vorm van beteugeling (strafrechtelijk of fiscaal) moet ook rekening gehouden worden met cultureel aanvaarde en niet-aanvaarde stoffen. We leven nu eenmaal in een welbepaalde sociale, culturele en tijdscontext. Er moet ook een onderscheid kunnen gemaakt worden tussen stoffen die bij “een normaal functionerende persoon” de psyche problematisch kunnen verstoren en niet.

Wel hebben wij nood aan een ondubbelzinnige drugswetgeving. Daarom moet er een ruim debat worden gevoerd en de vraag over wat kan en niet kan, moet bij referendum worden beslist.

Het discriminatieverbod is geschonden wanneer voor een verschil in behandeling tussen twee of meerdere personen, situaties of gevallen geen redelijke verantwoording bestaat.

Bekijk het eens nuchter

In 2003 dronken de Belgen gemiddeld 96,2 liter bier, 23 liter wijn en 3,9 liter sterkedrank. Omgerekend betekent dit 733 glazen per persoon (World Drink Trends, 2005). Cattaert en Pacolet (2004) schatten dat België tussen de 378.843 en 568.265 probleemdrinkers telt.

 

Als alcohol toegelaten is, moeten alle andere minder gevaarlijke drugs ook toegelaten worden, anders is dit volgens de huidige wetten een zuivere vorm van discriminatie.