Nood aan een ondubbelzinnig drugbeleid
Alle drugs – en daarmee bedoelen we alle psychoactieve stoffen, waartoe ook alcohol en nicotine behoren- kunnen nooit beschouwd worden als normale gebruiksmiddelen. Het gebruik van deze stoffen kan immers leiden tot schadelijke en zelfs gevaarlijke neveneffecten voor derden. Denken we maar aan het gevaar gecreëerd door het rijden onder invloed van alcohol of drugs. Daarom is het aanvaardbaar dat de overheid het gebruik van deze stoffen ontmoedigd door het heffen van accijnzen.
Bij de vraag naar de beteugeling van het gebruik van psychoactieve stoffen en naar welke vorm van beteugeling (strafrechtelijk of fiscaal) moet ook rekening gehouden worden met cultureel aanvaarde en niet-aanvaarde stoffen. We leven nu eenmaal in een welbepaalde sociale, culturele en tijdscontext. Er moet ook een onderscheid kunnen gemaakt worden tussen stoffen die bij “een normaal functionerende persoon” de psyche problematisch kunnen verstoren en niet.
Wel hebben wij nood aan een ondubbelzinnige drugswetgeving. Daarom moet er een ruim debat worden gevoerd en de vraag over wat kan en niet kan, moet bij referendum worden beslist. |